De gesprekken over een fusie tussen Honda en Nissan zijn mislukt vanwege onenigheid. Het doel was om de concurrentie van Chinese elektrische autofabrikanten het hoofd te bieden.
De gesprekken over een miljardenfusie tussen de Japanse autogiganten Honda en Nissan zijn mislukt. De reden was onenigheid over de voorwaarden van de fusie, die de op drie na grootste autogroep ter wereld had moeten creëren. Het doel was om de positie van beide bedrijven in de concurrentiestrijd met Chinese fabrikanten, vooral op het gebied van elektrische voertuigen, te versterken.
Honda, Nissan en hun kleinere partner Mitsubishi wilden hun krachten bundelen om de groeiende invloed van Chinese merken zoals BYD tegen te gaan. Het gefuseerde bedrijf zou een waarde van meer dan 60 miljard dollar hebben gehad en een wereldwijde speler zijn geworden naast Toyota, Volkswagen en Hyundai. Ondanks het mislukken van de gesprekken bevestigden beide bedrijven dat ze hun partnerschap op het gebied van elektrische voertuigen zullen voortzetten.
Voor Nissan zou de fusie een verlichting zijn geweest na jaren van dalende verkopen en interne onrust. Het bedrijf wordt ook geconfronteerd met de dreiging van tarieven in de VS, een belangrijke markt. Vorig jaar kondigde Nissan plannen aan om duizenden werknemers te ontslaan vanwege teruglopende verkopen in China en de VS.
De toenemende dominantie van Chinese fabrikanten in het elektrische voertuigsegment dwingt traditionele autofabrikanten om nieuwe strategieën te ontwikkelen. Honda en Nissan hadden vorig jaar al hun intentie aangekondigd om samen te werken aan de ontwikkeling van elektrische voertuigen. "We moeten onze capaciteiten versterken om tegen 2030 de concurrentie aan te kunnen", zei Honda-CEO Toshihiro Mibe.
Ondertussen zijn er speculaties dat het Taiwanese technologiebedrijf Foxconn een investeerder in Nissan zou kunnen worden. "Als samenwerking de aankoop van aandelen vereist, zullen we dat overwegen," zei Foxconn-voorzitter Young Liu.
