Ontdek welke Europese landen de hoogste gemiddelde nettolonen bieden, van Luxemburg tot Bulgarije. Vergelijk koopkracht en inkomensverschillen binnen de EU en daarbuiten.
In Europa bestaan er aanzienlijke verschillen in het gemiddelde nettoloon per land. Noord- en West-Europese landen behoren tot de best verdienende regio's, terwijl Zuid- en Oost-Europese landen achterblijven. Deze kloof wordt kleiner wanneer rekening wordt gehouden met koopkracht, maar blijft duidelijk zichtbaar.
Brutolonen vormen niet altijd de beste maatstaf voor vergelijkingen tussen Europese landen, aangezien belastingen en sociale zekerheidsbijdragen sterk variëren. Bovendien bieden sommige landen meer financiële steun aan gezinnen met kinderen. Daarom biedt het netto-inkomen een nauwkeuriger beeld van de reële verdiensten.
Volgens recente gegevens bedroeg het gemiddelde nettoloon in de EU in 2024 €29.573 voor een alleenstaande zonder kinderen. Luxemburg sprong eruit met €50.410, terwijl Bulgarije het laagst scoorde met €11.074. Buiten de EU behaalde Zwitserland het hoogste nettoloon (€85.631), gevolgd door IJsland (€57.573).
Binnen de EU behoren Nederland (€47.892) en Ierland (€46.208) tot de landen met de hoogste nettolonen. De Scandinavische landen – Denemarken (€43.913), Finland (€36.877) en Zweden (€36.147) – presteren eveneens boven het EU-gemiddelde.
In Zuid-Europa blijven landen als Italië (€24.797), Spanje (€24.571) en Griekenland (€18.709) achter. Ook Oost-Europese lidstaten zoals Roemenië (€12.655), Hongarije (€13.883) en Bulgarije (€11.074) noteren lagere inkomens. Turkije (€11.440) scoort net iets hoger dan Bulgarije.
Wanneer de koopkracht in aanmerking wordt genomen, verkleint de kloof, maar blijft deze bestaan. Nederland voert de lijst aan met 40.948 PPS (Purchasing Power Standards), terwijl Slowakije het laagst scoort (16.784 PPS). Zwitserland (48.331 PPS) en Noorwegen (38.712 PPS) overtreffen de meeste EU-landen.
Gezinnen met kinderen hebben doorgaans een hoger netto-inkomen dankzij fiscale voordelen en kinderbijslag. In landen als Slowakije, Polen, Luxemburg en België is dit verschil het grootst, met een stijging van meer dan 40% vergeleken met alleenstaanden zonder kinderen.
Netto-inkomen verwijst naar het bedrag dat overblijft na aftrek van belastingen en sociale bijdragen, inclusief eventuele gezinstoelagen. Deze cijfers variëren afhankelijk van de gezinssamenstelling, wat aantoont dat beleidsmaatregelen een belangrijke rol spelen in de uiteindelijke koopkracht van burgers.
