BMW's verkoop in China daalt tot laagste niveau in vijf jaar, terwijl wereldwijde verkopen met 1,4% afnemen. Elektrische voertuigen doen het goed in Europa, maar handelstarieven van Trump vormen een nieuwe uitdaging.
De Duitse autofabrikant BMW heeft in het eerste kwartaal van 2025 een wereldwijde verkoopdaling van 1,4% gemeld, waarbij vooral de zwakke vraag in China een rol speelde. In totaal werden er 586.149 voertuigen geleverd.
Hoewel de verkoop in Europa met 6,2% steeg ten opzichte van het voorgaande jaar, werd de wereldwijde prestatie negatief beïnvloed door een daling van 17,2% op de Chinese markt. Dit is het slechtste eerste kwartaal voor BMW in China sinds 2020.
In Duitsland daalde de verkoop met 1,3%, terwijl de vraag in de Amerikaanse regio juist toenam. In de Verenigde Staten en de rest van de Amerika’s steeg de verkoop met respectievelijk 4,1% en 5,4%.
BMW heeft moeite om te concurreren met lokale Chinese autofabrikanten, zoals BYD. Daarnaast heeft de vastgoedcrisis in China en de daaruit voortvloeiende economische gevolgen de vraag naar auto’s verder onder druk gezet.
Ook andere Europese autofabrikanten, waaronder Porsche, Mercedes-Benz en Volkswagen, kampen met lagere verkopen in China. Desondanks was er een lichtpuntje voor BMW: de vraag naar elektrische voertuigen in Europa steeg met 64,2% op jaarbasis.
Wereldwijd leverde BMW in de eerste drie maanden van 2025 in totaal 109.516 volledig elektrische voertuigen van de merken BMW, MINI en Rolls-Royce af, een stijging van 32,4%. “Eén op de drie MINI’s die in Europa worden verkocht en meer dan de helft van de verkochte MINI’s in China zijn volledig elektrisch,” aldus Jochen Goller, lid van de raad van bestuur van BMW.
Goller benadrukte ook het vertrouwen van het bedrijf, mede dankzij een sterke groei in nieuwe bestellingen in alle aandrijfvormen, met name in de thuismarkt Duitsland.
De successen van BMW’s elektrische modellen staan in contrast met de uitdagingen waar andere autofabrikanten mee te maken hebben tijdens de overgang van benzine- en dieselvoertuigen naar elektrische alternatieven. Europese bedrijven klagen over veranderende emissiedoelen, onvoldoende stimuleringsmaatregelen, concurrentie van goedkopere Chinese merken en een trage uitrol van laadinfrastructuur.
Tegelijkertijd bereidt de sector zich voor op mogelijke gevolgen van nieuwe Amerikaanse importtarieven. De regering-Trump kondigde recentelijk een heffing van 25% op geïmporteerde auto’s aan, terwijl tarieven op auto-onderdelen vanaf 3 mei van kracht worden.
BMW heeft eerder gewaarschuwd dat handelsspanningen tussen de VS, China en de Europese Unie de winst dit jaar met ongeveer €987 miljoen kunnen verminderen. Autofabrikanten staan voor een moeilijke keuze: de kosten zelf dragen, de export naar de VS beperken, of de productie naar Amerika verplaatsen.
Hoewel een productieverplaatsing de Amerikaanse overheid wellicht goed uitkomt, twijfelen experts aan de haalbaarheid hiervan. De handelspolitiek van Trump is zo onvoorspelbaar dat bedrijven terughoudend zijn om grote operationele veranderingen door te voeren. Bovendien kan een mogelijke economische vertraging investeringen verder afremmen.
